Je begint het betoog met een inleiding. Vermeld welke onderwerpen jij hebt onderzocht.
Je betoog bestaat -inclusief inleiding en slot- uit minimaal 5 en maximaal 7 alinea’s. Per alinea haal je een argument aan, met een tegenargument en daar een verwerping van.
Gebruik in je betoog argumenten die gebaseerd zijn op de bronnen.
Tot slot maak je een conclusie van je betoog.
De opbouw ziet er dus als volgt uit:
0. Titel
1. Alinea 2
2. Alinea 3
3. Alinea 4
4. Alinea 5
5. Alinea 6
7. Slot
Vóór- of tegenargumenten
Vóór- of tegenargumenten
Vóór- of tegenargumenten
Vóór- of tegenargumenten
Vóór- of tegenargumenten
Conclusie